Context
De binnenvaart hoort tot de milieuvriendelijkste vervoerswijzen. Net als bij alle andere economische activiteiten, is het echter onvermijdelijk dat bij de exploitatie en het gebruik van binnenschepen afvalstoffen ontstaan.
Dit afval vormt een echte uitdaging voor het milieuvriendelijke karakter van de binnenvaart. Tegen deze achtergrond hebben zes staten besloten internationale regels vast te leggen voor de verzameling, afgifte en inname van de scheepsafvalstoffen. Het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI) is op 1 november 2009 in werking getreden in België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en Zwitserland.
Doelstellingen
Het gericht voorkomen alsook het adequaat verzamelen, afgeven en innemen van scheepsbedrijfsafval leveren een belangrijke bijdrage aan:
- de bescherming van het milieu,
- de veiligheid in de binnenvaart,
- de lucht- en waterkwaliteit,
- de gezondheid en het welzijn van het scheepspersoneel en de andere gebruikers van de vaarweg.
Beginselen
Het CDNI stelt een algemeen verbod in op het inbrengen en lozen van scheepsbedrijfsafval en delen van de lading. Aan de uitzonderingen op dit verbod zijn strikte voorwaarden verbonden.
Het CDNI heeft tot taak:
- de afvalpreventie te bevorderen,
- de afvalstoffen te laten innemen door speciaal ingerichte ontvangstinrichtingen langs de vaarwegen,
- een adequate financiering te waarborgen op basis van het beginsel dat de vervuiler betaalt,
- het toezicht te vereenvoudigen op de naleving van het verbod op het inbrengen en lozen van de desbetreffende afvalstoffen in het oppervlaktewater.