Straatsburg, 22.06.2021 – De Conferentie der Verdragsluitende Partijen (CVP) is op 22 juni van dit jaar online bijeengekomen voor de voorjaarszitting. De vergadering werd voorgezeten door mw. Muriel Bouldouyré, hoofd van de Franse delegatie bij het CDNI. Aan de vergadering hebben de vertegenwoordigers van de zes Verdragsluitende Partijen en van de Nationale Instituten deelgenomen.
Tijdens de constructieve vergadering heeft de CVP met name de volgende onderwerpen behandeld:
Op 8 april van dit jaar vond er een rondetafelconferentie plaats over de toekomst van Deel A. Deze online vergadering werd voorgezeten door mevrouw Bouldouyré (voorzitster van de CVP, hoofd van de Franse delegatie bij het CDNI). De heer Roland Blessinger (voorzitter van de werkgroep CDNI/G) van de Zwitserse delegatie was de moderator van de rondetafelconferentie.
De rondetafelconferentie werd helemaal in de geest van het CDNI georganiseerd, want niet alleen alle staten, maar ook het bedrijfsleven en de betrokken organisaties hebben deelgenomen zodat gezamenlijk in kaart gebracht kan worden welke oplossingen er zijn om het internationale, indirecte financieringssysteem toekomstbestendig te maken en in te spelen op de uitdagingen waar men mee te maken zal krijgen:
De rondetafelconferentie heeft het mogelijk gemaakt vast te stellen welke aspecten verder uitgediept moeten worden en welke werkzaamheden in de komende jaren met voorrang opgepakt moeten worden. De CVP heeft aanbevelingen aangenomen waarvoor prioriteiten vastgelegd zijn en waar invulling aan gegeven zal worden in de vorm van concrete taken voor het volgende werkprogramma.
Belangrijk is dat vastgesteld werd dat het bedrijfsleven zeer tevreden is met de hoge kwaliteit van de dienstverlening en dat graag zo behouden wil zien. Het Internationale verevenings- en coördinatieorgaan (IVC), het orgaan dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van Deel A, en diverse deskundigengroepen zullen zich over de verschillende onderwerpen buigen: erop toezien dat het netwerk efficiënt is, innovatie en synergieën mogelijk maken, het terugdringen van de hoeveelheid afval, rekening houden met de impact van nieuwe voortstuwingswijzen, etc.
De resultaten van deze werkzaamheden moeten een vertrekpunt vormen voor de overwegingen om een strategie vast te leggen op grond waarvan kan worden gewaarborgd dat het internationale financieringssysteem de uitdagingen in de toekomst het hoofd kan bieden.
De verwijderingsbijdrage voor olie- en vethoudend afval bedraagt sinds 1 januari 2021 8,50 euro per 1000 liter accijnsvrije, gebunkerde gasolie.
De Conferentie van Verdragsluitende Partijen heeft het rapport besproken met de jaarlijkse evaluatie van het financieringssysteem dat werd voorgelegd door het Internationale verevenings- en coördinatieorgaan. In dit rapport wordt de ontwikkeling beschreven van de kosten en opbrengsten sinds 2011, de datum waarop het financieringssysteem in werking is getreden.
Het rapport bevat tevens een beschrijving van de economische situatie van het vervoer over de Rijn in 2020 en een eerste inschatting van de gevolgen van de Covid-19-pandemie voor het systeem. In vergelijking met 2019 zijn de opbrengsten uit hoofde van de verwijderingsbijdrage significant gedaald met 5,74%. Deze daling in de opbrengsten hangt vooral samen met de afgenomen vraag naar het vervoer van goederen en de zeer sterke daling van de activiteiten in de passagiersvaart. Verwacht wordt dat de activiteiten in de loop van 2021 weer zullen aantrekken. De CVP heeft vastgesteld dat het vanwege de uitzonderlijke context van de coronacrisis (weinig opbrengsten) momenteel nog te vroeg is om conclusies te trekken ten aanzien van de gevolgen van de verhoging van de verwijderingsbijdrage tot 8,50 euro per 1000 liter gebunkerde gasolie.
Gezien deze uitzonderlijke situatie en het overschot waar het systeem nog over beschikt (zie de details in het rapport over het evenwicht binnen het systeem), heeft de CVP besloten de verwijderingsbijdrage op 1 januari 2022 niet te wijzigen en vast te houden aan een bedrag van 8,50 €. De CVP heeft het IVC opgedragen de ontwikkeling van de opbrengsten in 2021 en de consequenties van de crisis op de voet te volgen.
De jaarlijkse rapporten van het IVC worden op de website van het CDNI gepubliceerd. Zij bevatten eveneens een uitgebreide beschrijving van de ontvangstinrichtingen in de verschillende landen.
Besluit CDNI 2021-I-3
De Verdragsluitende Partijen hebben informatie verstrekt over de ratificatieprocedures ter wijziging van het Verdrag. In juni 2017 is besloten om deze wijzigingen in het Verdrag op te nemen (zie Besluit 2017-I-4).
Inmiddels hebben al drie Verdragsluitende Staten de nieuwe bepalingen voor de omgang met gasvormige restanten van vloeibare lading geratificeerd. Luxemburg heeft op 7 februari 2020 de ratificatieoorkonde neergelegd. Nederland heeft de ratificatieoorkonde kunnen neerleggen op 3 juli 2020 toen er een einde kwam aan de lockdown. Duitsland heeft de akte van aanvaarding neergelegd op 9 februari 2021.
Wat België, Frankrijk en Zwitserland betreft wordt op nationaal niveau gewerkt aan de ratificatie. De parlementaire procedures hebben door de Covid-19-pandemie vertraging opgelopen.
De wijziging van het Verdrag zal zes maanden na neerlegging van de laatste ratificatieoorkonde bij de depositaris van het Verdrag – de secretaris-generaal van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) – van kracht worden.
Voor de ontgassingen zijn er al een aantal ontvangstinrichtingen beschikbaar die operationeel zijn. De CVP heeft besloten ter informatie een kaartje met de ontgassingsstations online te plaatsen. Met behulp van deze geografische kaart, die interactief is en hier te vinden is, kan men gemakkelijk nagaan waar deze voorzieningen liggen (de kaart zal begin juli online komen).
Meer informatie over de voorschriften op het gebied van de ontgassingen vindt u op de specifieke webpage van de website van het CDNI.
De CVP heeft besloten artikel 6.03 van de Uitvoeringsregeling te wijzigen, zodat er gebruik kan worden gemaakt van een losverklaring in elektronisch formaat.
Het gebruik van een digitale versie van de losverklaring draagt bij aan een betere kwaliteit van de gegevens, een grote logistieke efficiency en een geharmoniseerde toepassing van het document, met name voor controledoeleinden. Bovendien kan hierdoor een administratieve lastenverlichting worden bereikt, waar het bedrijfsleven zeer ingenomen mee is. Wie dat wil, kan overigens gewoon de papieren losverklaring blijven gebruiken.
Het besluit treedt op 1 juni 2022 in werking.
Besluit CDNI 2021-I-5
De Conferentie van Verdragsluitende Partijen heeft besloten Deel C te wijzigen om het verbod op lozing van huishoudelijk afvalwater uit te breiden tot passagiersschepen van 12 tot 50 passagiers. Dit verbod is een belangrijke stap voorwaarts voor de bescherming van het water. Het verbod zal op 1 januari 2025 in werking treden. Tot dan zal de infrastructuur aangelegd moeten worden die nodig is voor de inzameling van huishoudelijk afvalwater van dit vlootsegment, als aanvulling op het netwerk dat nu al beschikbaar is. De effectbeoordeling bij het besluit bevat gedetailleerde cijfers met betrekking tot de kosten voor de betrokken vloot.
Het lozingsverbod geldt uitsluitend voor passagiersschepen die na 30 december 2008 in de vaart zijn genomen. Voor deze schepen is voorgeschreven dat zij moeten beschikken over een verzameltank voor huishoudelijk afvalwater of een boordzuiveringsinstallatie.
Schepen die voor 30 december 2008 in bedrijf werden genomen, komen in aanmerking voor de toepassing van overgangsbepalingen en andere uitzonderingen op de technische voorschriften voor schepen. In het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart (CESNI) worden besprekingen gevoerd en werkzaamheden verricht om de overgangstermijnen in de ES-TRIN (de Europese Standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen) in te korten. CESNI en de CVP werken hand in hand om ervoor te zorgen dat de schepen in de praktijk aan hoge milieueisen voldoen. Daarbij wordt rekening gehouden met de technische uitrusting van de schepen.
Besluit CDNI 2021-I-6
De Conferentie van Verdragsluitende Partijen heeft een wijziging aangenomen in artikel 9.03 van de Uitvoeringsregeling. De categorieën afvalstoffen worden uitgebreid en preciezer beschreven (met name om beter rekening te houden met plastic afval en verpakkingsafvalstoffen) en om ervoor te zorgen dat de afvalstoffen aan boord van de schepen beter gesorteerd kunnen worden.
Bij het besluit horen richtsnoeren met duidelijke en herkenbare pictogrammen die ertoe moeten bijdragen aan boord en op internationaal niveau een uniforme toepassing te bereiken.
Als deze afvalstoffen in de hele verwijderingsketen beter gesorteerd en gescheiden ingezameld kunnen worden, bevorderen we de recyclage van nuttige materialen en kan de schipper zijn volume restafval verminderen. Het milieu en de waterwegen varen er wel bij.
In het kader van het volgende werkprogramma van het CDNI zijn er verschillende initiatieven voorzien om in de binnenvaartsector de aandacht te vestigen op deze richtsnoeren.
De CVP neemt regelmatig kennis van de antwoorden op veel gestelde vragen (FAQ’s) die worden voorbereid door de werkgroep CDNI/G en keurt de publicatie op de website www.cdni-iwt.org (rubriek FAQ) goed. Deze antwoorden zijn bedoeld om de toepassing van het CDNI te vereenvoudigen en bij te dragen tot een uniforme interpretatie.
Tijdens de vergadering in juni 2021 heeft de CVP een nieuwe FAQ goedgekeurd waarin bevestigd wordt dat de tanks en houders voor restproducten moeten voldoen aan de bepalingen van het ADN (Het Europees verdrag over het internationaal vervoer van gevaarlijke stoffen).
De volgende vergadering van de CVP zal plaatsvinden op 13 december 2021.
De werkgroep heeft een buitengewone vergadering voorzien op 31 augustus en een reguliere vergadering op 3 en 4 november.
Het Internationaal Verevenings- en Coördinatieorgaan (IVC) komt bijeen op 25 november.
Alle vergaderdata en de vergaderagenda’s zijn te vinden op de desbetreffende webpage op de website van het CDNI.