Straatsburg, 12.12.2024 – De Conferentie der Verdragsluitende Partijen (CVP) heeft op 12 december 2024 verschillende onderwerpen behandeld die verband houden met de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart. De belangrijkste punten die daarbij aan bod zijn gekomen zijn het tarief van de verwijderingsbijdrage, de uitbreiding van het geografische toepassingsgebied van deel A (Olie- en vethoudend scheepsbedrijfsafval) van het Verdrag tot het volledige Franse grondgebied, en de convergentie tussen het CDNI en het ADN.
De vergadering vond plaats in Straatsburg in het Palais du Rhin en werd voorgezeten door de heer Alexandros Koltsidas, lid van de Zwitserse delegatie bij het CDNI (Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart).
Bron: Adobe Stock
De CVP ziet zich genoodzaakt de verwijderingsbijdrage voor olie- en vethoudend afval vanaf 1 januari 2026 te verhogen tot 12 euro per 1000 liter gebunkerde gasolie. Dit besluit is gebaseerd op het verslag van het IVC met betrekking tot de jaarlijkse evaluatie van het financieringssysteem van de inname en verwijdering van olie- en vethoudend scheepsbedrijfsafval. In het verslag van het IVC wordt met name gewezen op een kostenstijging en de vermindering van het bunkervolume, die zich naar verwachting de komende jaren zullen voortzetten. Het is daarom zeer waarschijnlijk dat de opbrengsten uit de verwijderingsbijdrage niet voldoende zullen zijn om de kosten van de inname en verwijdering van olie- en vethoudend afval in de toekomst te dekken. Om de inname, behandeling en verwijdering van afval te kunnen financieren en vast te houden aan een kwalitatief hoogstaand dienstverleningsniveau, moet de verwijderingsbijdrage vanaf 2026 worden verhoogd.
Frankrijk overweegt momenteel deel A van het Verdrag uit te breiden tot het volledige Franse grondgebied. Deze uitbreiding zal naar verwachting leiden tot meer ontvangstinrichtingen. Frankrijk heeft de andere Verdragsluitende Partijen en de Nationale Instituten betrokken bij deze overwegingen. Het heeft in zijn evaluatie rekening gehouden met de hoogte van de verwijderingsbijdrage en streeft naar een systeem waarin de inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht zijn, zoals door het bedrijfsleven gewenst werd.
De CVP heeft besloten de temperatuuraanduiding voor het vervoer van zwavel in vloeibare toestand uit de Uitvoeringsregeling van het CDNI te schrappen. Deze vervoerstemperatuur heeft met het oog op de bescherming van het milieu geen invloed op het scheepstype of het gebruik van bepaalde geschikte systemen voor laden, lossen en opslag aan boord. De temperatuuraanduiding kon daarom worden geschrapt, zonder gevolgen voor de doelstellingen van het CDNI. Door deze wijziging wordt de convergentie tussen het CDNI en het ADN bevorderd. Het besluit treedt onmiddellijk in werking.
Het ADN 2025 bevat nieuwe voorschriften met betrekking tot het veilig openen van openingen van ladingtanks (type N- en type C-schepen). Openingen van ladingtanks mogen vanaf 1 januari 2025 alleen nog worden geopend voor specifieke kortdurende maatregelen. Tijdens deze maatregelen is (gering) vrijkomen van dampen onvermijdelijk. Momenteel wordt onderzocht of het CDNI op dit punt in overeenstemming moet worden gebracht met het ADN 2025 of dat de huidige bepalingen van het Verdrag voldoende zijn.
Het CDNI verbiedt al sinds 2005 het lozen van huishoudelijk afvalwater door schepen die meer dan 50 passagiers kunnen vervoeren (of met meer dan 50 slaapplaatsen aan boord). De CVP heeft in 2021 besloten het lozingsverbod uit te breiden tot schepen met meer dan 12 passagiers (of slaapplaatsen): dit besluit wordt op 1 januari 2025 van kracht. Door de overgangsperiode kon de infrastructuur worden aangelegd die nodig is voor de inname van huishoudelijk afvalwater van dit vlootsegment, als aanvulling op het netwerk dat nu al beschikbaar is. [Dit verbod is een belangrijke stap voorwaarts voor de bescherming van het milieu en het water].
Plaats: Straatsburg